Het voordeel van slapen in een hotel is dat je ’s morgen veel eerder op de motor zit. In plaats van ‘een ontbijtje maken’ en ‘de tent afbreken’ wordt alles voor je gedaan. Ik was dus al om half negen onderweg naar de eerste pas in het Sellaronda gebied. Dat gebied heeft een paar bergen met hele steile rotsige pieken. Er lopen prachtige weggetjes omheen met maar liefst 8 passen bij de hoogste 50. De eerste is de Valparola van 2192 meter.
Daarna volgt de Passo Giau van 2236 meter. Heel lang achter een camper vastgezeten.
De Passo Valles van 2032 meter. Die ligt eigenlijk een stukje zuidelijker.
Vandaar via Campitello en Canazei naar de Passo Pordoi van 2239 meter.
Om van de Pordoi bij de volgende te komen moet je dan weer over de Valparola die vanmorgen al als eerste was geweest. Vandaar kom je op het hoogste punt van de Passo Falzarego van 2105 meter.
Als je die bent afgedaald kom je bij de Passo Fedaia van 2054 meter.
En daarna de Passo Sella van 2244 meter. Er staat geen bord met de naam en de hoogte. Dat staat op de muur van het hotel op de top.
Hierna had ik er nog één op mijn lijstje staan. Maar omdat het om 4 uur bij het omhoog gaan naar de Sella weer ging regenen, en het om 5 uur toen ik net over de Sella was ook weer ging bliksemen ben ik linksaf het dal in gereden en heb weer een hotel gezocht. Direct het eerste hotel in wolkenstein is het geworden. Ik begrijp wel hoe ze aan de naam van dat stadje zijn gekomen. Als ik om me heen kijk zie ik alleen wolken en steen.
Hoogteverloop dag 3