Vanmorgen is het in de dalen drukker omdat het een werkdag is. Maar op de passen is het veel stiller. Alleen nog wat groepjes motorrijders. En zo nu en dan een eenzame wielrenner die omhoog zwoegt. Omdat de weg zo steil is rijden de wielrenners nooit in grote groepen. Heerlijk rijden dus. Al is het bloedheet. Ook op de top is de temperatuur nu 25 graden en beneden in het dal ver over de 30.
We beginnen met de Mont-Cenis.
Bovenop is weer een grens dus dan komen we in Susa in Italiƫ. Vandaar over een niet zo hoge pas weer Frankrijk in. Deze Montgenevre staat dan ook niet in mijn lijstje. In Briancon begint de bekende Lautaret. Bovenop deze pas is een splitsing en ik ga vanaf hier een rondje maken. Morgen kom ik hier weer terug.
Ik ga op de splitsing eerst richting Alpe d’Huez. Dit is eigenlijk geen echte pas maar een hoog stadje waar je over een bochtige weg naartoe kan rijden. Op deze weg rijden alleen maar Nederlandse auto’s. Aan de shirtjes te zien zijn de meeste wielrenners ook Nederlanders. Zwaar werk om met deze hitte hier naar boven te rijden.
Ik wil mijn weg vervolgen over de D211B, maar die blijkt afgesloten. Dus weer helemaal naar beneden slingeren en over de Route Nationale naar het begin van de laatste pas voor vandaag: de Col de la Croix de Fer. Dit is een smalle weg en vervelend voor de wielrenners want de weg gaat niet alleen omhoog, maar ook steeds weer een stukje naar beneden, en dan weer opnieuw omhoog. Het is op het hoogteverloop duidelijk te zien.Halverwege sta ik een tijd stil omdat er drie vrachtwagens honderden schapen aan het uitladen zijn.
Beneden in het dal ligt St. Jean de Maurienne. Daar vind ik een prima hotel met airco. Daar ben ik wel aan toe.